Ik fietste vandaag de stad in en er viel mij iets merkwaardigs op. Mijn kamer is niet meer de plek waar de meeste rommel ligt. Ik was daar toch wel bijna zeker van dat dat het geval was. Maar niks is minder waar. Overal op straat ligt vuilnis want de vuilnismannen staken. Het voelt erg confronterend aan om al dat vuilnis op straat te zien liggen. Tegelijkertijd is het ook een beetje thuiskomen. Het grofvuil is precies waar ik thuis hoor, is mij wel eens verteld. De gesprekken die je opvangt op straat zijn toch wel weer vermakelijk. Een vrouw zei: ‘’Kijk dan. Dit kan toch niet!?’’ Waarop ik in mijn hoofd antwoorde met: ‘’Kijk dan. Je ziet toch dat het kan verdomme!’’ Vervolgens vindt de vrouw twintig euro op de grond. Het geluk is met de domme zegt men.
Reactie plaatsen
Reacties