Ik durf toch te zweren dat ik een afspraak had geboekt voor 11:30. Normaal gesproken is de kapper altijd netjes op tijd, maar nu staat hij veel te gezellig te praten tegen zijn client. Ondertussen zit ik al twintig minuten op een grote bank met vier jongens waarvan ik geen idee heb wie het zijn. Zij wachten op de andere kappers die momenteel aan het knippen zijn. Even voor de duidelijkheid, ik deel de bank met twee zwarte jongens, een Marokkaanse jongen en een Nederlandse. Een bank delen met mensen die je niet kent is al ongemakkelijk genoeg, en doordat onze kappers vandaag de tijd nemen zitten we met zijn vijven muisstil te kijken naar Goede tijden, slechte tijden. Het ongemak druipt ervan af en niemand zegt een woord. We zien het gewoonlijke wat we allemaal kunnen herinneren van onze kindertijd. Eindeloze drama dat in dertig jaar tijd nog steeds in volle gang is. Maar we wachten allemaal op dat ene moment. En dat moment is er dan eindelijk. Ludo Sanders komt in beeld en de Marrokaanse jongen kan zijn vreugde niet binnensmonds houden. Ingetogen zegt hij: ‘’Legend.’’ En schrikt vervolgens van het feit dat hij het hardop zei. Maar het bracht leven in de brouwerij en vijf jongemannen zijn nu een gesprek aan het voeren over Goede tijden, slechte tijden. Dat het toch wel cultuur is. Een legendarische serie eigenlijk. Mijn kapper roept dat het mijn beurt is, maar eigenlijk wil ik helemaal niet opstaan van deze bank. Ik zeg mijn broeders vaarwel, en wens ze succes in het leven. Ludo Sanders verbroedert nou eenmaal.
Reactie plaatsen
Reacties